Zaterdag zijn we eerst naar het park gegaan waar we vrijdag niet heen konden vanwege het weer. Hier hebben we een wandeling rondom een rivier met wat watervalletjes gemaakt en door bossen. Dit was een relatief vlakke wandeling met af en toe wat wegjes omhoog en omlaag, maar niks spannends.
Daarna zijn we, na geluncht te hebben, in de middag naar Saguenay Fjord National Park gegaan, waar we ook een hike hebben gedaan. Deze was…. minder vlak. De route was zo’n 4 KM en we hebben daarbij 300 meter geklommen. Lijkt weinig, is het niet. Rob en ik moesten vaak genoeg op adem komen maar uiteindelijk zijn we allemaal boven gekomen. Op de top stond een standbeeld, maar dat was niet heel spannend. De views waren beter en dus moest er een selfie komen.

Zondag zijn we naar Tadoussac gereden en daar zijn we op een boot gegaan om walvissen te gaan kijken. Je kan immers niet met Loes op vakantie zonder dit te gaan doen… Naast heel veel walvissen en bruinvissen zijn we ook nog wat zeehondjes tegen gekomen. De tocht duurde zo’n 2 uur en ik was best tevreden met wat we hebben gezien.


Ons huisje deze dag was bij een boerderij met diertjes, maar dit was maar zielig; de diertjes waren nogal opgesloten. Het huisje zelf was ‘aan het inzakken’, als in het liep schuin naar binnen af. Het was ook een best oud huisje verder. Voor één nacht verder prima.
Op zondag hadden we een lange reis voor de boeg. We moesten van Tadoussac naar Saint John rijden, waarbij we in het begin twee veerboten moesten nemen. Die eerste ging goed, maar blijkbaar had ik de schedule van de tweede verkeerd om gelezen, waardoor we daar 3 uur zouden moesten wachten. Dat hebben we maar niet gedaan en we zijn via Quebec omgereden. Dat was wel een detour van ook zo’n 3 uur, waardoor we in totaal bijna 900 KM hebben gereden en we net voor middernacht pas aankwamen in het nieuwe huisje, waar we nu net zijn opgestaan.